ExxonMobil inventies: Butylrubber

Tot in de jaren 30 van de vorige eeuw kwam rubber voornamelijk voort van bomen op afgelegen plantages in Azië, West-Afrika en Zuid-Amerika. Maar toen nam de vraag en productie naar auto’s toe. Meer en meer rubber was nodig voor onder meer de banden. En daarom werd er gezocht naar een synthetisch alternatief. Een wetenschappelijke doorbraak was nodig.

William Sparks en Robert Thomas waren in die tijd scheikundigen die werkten in het laboratorium van de Standard Oil Company of New Jersey. In 1937 hebben zij een synthetisch rubber uitgevonden dat bijzonder succesvol was. Hun uitvinding heette butylrubber en was gebaseerd op een chemische reactie tussen Vistanix en butadieen. Vistanix is een lijmsoort die ook door wetenschappers van hetzelfde bedrijf was uitgevonden. Butadieen is een kleurloos gas met een licht aromatische geur.

Het synthetische rubber bleek nagenoeg ondoordringbaar te zijn. Tegelijkertijd was het flexibel terwijl het zijn vorm behield en dempte het trillingen. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat butylrubber geschikt is voor vele toepassingen, maar vooral voor het maken van autobanden. Autobanden moeten lucht binnenhouden, flexibel zijn en meebewegen bij kuilen of andere oneffenheden in het wegdek en schokken kunnen opvangen zodat de auto comfortabeler rijdt.

De uitvinding van butylrubber kreeg vleugels tijdens de Tweede Wereldoorlog. Standard Oil bouwde toen samen met de Amerikaanse overheid de eerste commercieele butylrubberfabriek. Standard Oil of New Jersey bouwde toen samen met de Amerikaanse overheid de eerste commerciële butylrubberfabriek. Standard Oil of New Jersey werd later Exxon en fuseerde daarna met Mobil tot ExxonMobil. 

Image William Sparks en Robert Thomas
William Sparks en Robert Thomas